Big data kan een vliegwiel zijn voor persoonsgerichte, doelmatige zorg. In de proeftuin Gezonde zorg, Gezonde regio wordt daarmee geëxperimenteerd en andere regio’s staan te trappelen om te volgen. Apotheker/bedrijfskundige Eric Hiddink en apotheker/epidemioloog Ron Herings ontwikkelden het dataconcept voor de proeftuin. Ze zijn blij met de toenemende interesse voor inzet van zorgdata, maar waarschuwen voor te snelle conclusies.
In de zomermaanden worden meer ijsjes gegeten en overlijden meer mensen door verdrinking. Leg je deze cijfers naast elkaar, dan is er een correlatie van meer dan negentig procent. “Zonder causaal verband zeggen zulke cijfers niets”, ontzenuwt Eric Hiddink alle mogelijke speculaties over het verhoogd risico dat ijseters hebben op verdrinking. In dit geval is er een logische verklaring: in de zomer is het warmer, daardoor worden er meer ijsjes gegeten en gaan meer mensen zwemmen. Als er meer mensen zwemmen, verdrinken er ook meer mensen.” Wat Hiddink hiermee wil zeggen is dat het gevaarlijk is om snelle conclusies te trekken op basis van data. “Waardevol wordt het pas als iemand er met verstand naar kijkt.”
Complete informatie
Dat klinkt nogal voor de hand liggend, maar als het gaat om big data in de zorg is de menselijke neiging om overhaast conclusies te trekken erg groot merkt ook Ron Herings, directeur van de PD Groep (Pharmo Instituut, Stizon) en gespecialiseerd in het verzamelen en analyseren van gestructureerde en ongestructureerde data.
Hiddink en Herings werken sinds 2013 samen aan slimmere inzet van zorgdata binnen Gezonde zorg, Gezonde regio. In die proeftuin hebben ze de ruimte om te experimenteren met ‘slim kijken naar data’. “Ziek zijn is een langdurig proces”, vertelt Herings. “Een groot deel van de patiënten die je als zorgverlener ziet, heeft al jaren behandeling achter de rug. In die periode zijn allerlei beslissingen genomen op basis van de kennis van vroeger en het kostenplaatje van toen. Als je daarover geen informatie hebt en conclusies trekt, kun je er flink naast zitten.”
Van protocol naar individu
Kort gezegd doen Herings en Hiddink in de proeftuin vier dingen: ze verzamelen patiëntdata, halen daar behandelprotocollen en standaarden overheen, matchen de data van een specifieke patiënt hiermee en kijken of deze afwijken van de standaard. De bevindingen worden vervolgens omgezet in een gepersonaliseerd advies. Herings: “Zo helpen we zorgverleners met het onderbouwen van afgewogen keuzes. We vertalen het protocol naar het individu en maken daarmee meer zorg op maat voor het individu mogelijk.”
Het gehele artikel is te vinden op De Eerstelijns
Auteur: Margriet van Lingen van De eerstelijns