De NZa heeft haar beleidsregel 2020 gepubliceerd voor de regionale ondersteuning van de eerstelijnszorg, ofwel: de ROS’en. ‘Met de inzet van deze middelen wordt beoogd de eerstelijnszorg te versterken, onder andere door multidisciplinaire samenwerking binnen de totale eerstelijnszorg te stimuleren’, zo vermeldt de NZa.
De financiering gaat trapsgewijs. Zorgverzekeraars dragen het modulebedrag af aan Zorgverzekeraars Nederland (ZN). Deze maakt op haar beurt op basis van het aantal inwoners per regio een herverdeling van deze gelden. Een contract van iedere ROS met een zorgverzekeraars is noodzakelijk. Alleen dan kan het tarief in rekening worden gebracht.
Multidisciplinaire samenwerking
In de beleidsregel van de NZa staat dat het gaat om multidisciplinaire samenwerking tussen: huisartsen, verloskundigen, oefentherapeuten Cesar en Mensendieck, ergotherapeuten, fysiotherapeuten, logopedisten, zorgaanbieders die basis-ggz leveren, diëtisten en apothekers.
En de wijkverpleging dan?
In een tweet merkt V&VN op dat de wijkverpleging daarin niet is genoemd. Ze vraagt zich af hoe dat mogelijk is als het om samenwerken in de eerstelijnszorg gaat. Met als mogelijk gevolg dat er opnieuw ROS’en zijn die de wijkverpleging niet meenemen in hun plannen omdat zij niet in de beleidsregels genoemd zijn, zo vreest V&VN.
Nu wil het geval dat het ROS-netwerk al langer pleit voor opname van de wijkverpleging in de beleidsregel. “Wij herkennen dat de wijkverpleging toegevoegde waarde heeft en vinden toevoeging van deze beroepsgroep in de beleidsregel ook vanzelfsprekend”, benadrukt Arie Jongejan, directeur Proscoop en woordvoerder van het ROS-netwerk. “Maar onze lobby is tot nu toe tevergeefs. De opmerking van V&VN is dus deels terecht, alleen kunnen wij daar niets aan veranderen. Echter: in de praktijk ondersteunen veel ROS’en diverse multidisciplinaire activiteiten waarbij de wijkverpleging is betrokken, ondanks dat er geen financiering tegenover staat.”
Bron: ZorgenZ