Het definiëren van de populatie of subpopulatie is dé beginregel van het Triple Aim denken. Wie behoren tot de populatie in het gebied waar partijen samen met die populatie willen werken aan de verandering van zorg? Demografische, sociaaleconomische en gezondheidsgerelateerde kenmerken zijn bepalend voor de populatie in het verzorgingsgebied. Als we dan eenmaal inzicht hebben in deze populatie en naar wie op dat moment de grootste zorg uitgaat, komen we bij de grootste waarde die we van een populatie willen weten: wat is voor hen belangrijk, hoe definiëren zij kwaliteit van leven, zorg en sterven?
Tijdens het International Forum Quality and Safety in Health Care van 13 tot 15 april 2016 zijn verschillende vormen van het ‘kennen’ van een specifieke populatie voorbijgekomen. Data zijn, naast onontbeerlijk voor het meten van resultaten, ontzettend belangrijk in het definiëren van de populatie in een verzorgingsgebied. Op basis van demografische modellen, sociaaleconomische monitors en de beschikbare gezondheidsindicatoren wordt bepaald welke subpopulatie in het verzorgingsgebied de meest geschikte is. In het Robuustgebied (provincie Limburg, Zeeland, Noord-Brabant en een deel van Gelderland) is hiervoor onder andere de ROS-Wijkscan een gebruikt instrument. Op basis van landelijke en regionale data wordt de populatie in beeld gebracht op 4-cijferig postcode niveau. In gesprek met de partners worden deze praatplaten verder aangevuld en geven zij een goed beeld van de genoemde kenmerken. Deze manier van kijken naar de populatie gebeurt in veel gevallen nog wel, echter het tweede onderdeel van ‘ken je populatie’ wordt in Nederland nog niet vaak toegepast.
Ken je populatie
‘Ken je populatie’ houdt namelijk ook in dat je weet welke kwaliteit van leven een individueel lid van de populatie belangrijk vindt. Waar gaat het voor die persoon om als hem wordt gevraagd wat hij belangrijk vindt in het leven? Twee inspirerende internationale voorbeelden:
De ‘What matters to you?’ olievlek
In Schotland heeft men dit zeer letterlijk genomen. In het project SHINE werden zorgprofessionals geschoold tot het stellen van de vraag ‘what matters to you?’. Men is heel klein begonnen, namelijk met zes patiënten. Dat heeft zich vervolgens als een olievlek verspreid onder patiënten en collega zorgprofessionals. Inmiddels is de werkwijze geadopteerd als dé werkwijze voor geheel Groot-Brittannië en volgen ook de randvoorwaarden – zoals financiering – deze werkwijze. Patiënten zijn tevreden en dragen graag hun steentje bij aan hun eigen welbevinden. De zorgprofessionals hebben plezier in hun werk, ze zien dat zij er echt toe doen in het realiseren van dit welbevinden.
Effect opgeleide ervaringsdeskundigen
Nieuw-Zeeland was na een aantal hevige aardbevingen hard op zoek naar ‘goedkope’ oplossingen voor de relatief grote populatie met chronische aandoeningen en co-morbiditeit. Met de inzet van opgeleide ervaringsdeskundigen wordt samen met deze patiënten gewerkt aan de vraag ‘what matters to you?’. Door een ander perspectief op hun leefomstandigheden wordt duidelijk waarom de goedbedoelde en evidence based aanpak van de zorgprofessionals niet of nauwelijks tot resultaat leiden. De één op één aandacht en vervolgens in groepsverband werken met deze patiënten, laten goede resultaten zien: het zelfvertrouwen is sterk verbeterd en men is beter in staat de regie over hun aandoening zelf te voeren. Daarnaast is het aantal bezoeken aan de SEH door deze patiënten gedaald en ook het aantal huisartsbezoeken is flink afgenomen. Inmiddels is de ervaringsdeskundige een beschreven functionaliteit in het gezondheidscentrum en staat deze ook op de loonlijst. De huisartsen zijn overtuigd; ervaringsdeskundigen zijn niet meer weg te denken uit hun dagelijkse praktijk.
Bronnen:
- Fundamentals van Triple Aim, Marc Bruynzeels
- Mobilisingcommunity assets to help people achieve personal health outcomes, Margaret Hannah en Helen Crisp, The Health Foundation
- Engaging Patients in their own Health, Diana Dowdle en David Codyre