Sietske Herder
"Eén regionaal aanspreekpunt"
De Zorgorganisatie Eerste Lijn (ZEL) is een bijzondere combinatie van ROS en Zorggroep. “Zo heb je het beste van twee werelden. We vormen één organisatie die staat voor de gehele eerste lijn in de regio Delft, Westland, Oostland en de Nieuwe Waterweg Noord. Dus één aanspreekpunt voor ziekenhuizen, VVT-instellingen, gemeenten, zorgverzekeraar en andere partners”, aldus directeur-bestuurder Sietske Herder. Met persoonsgerichte zorg loopt ZEL in de voorhoede.
Twee jaar na de fusie kijkt ze met een tevreden gevoel terug. “Voor de fusie werd er al op een aantal dossiers samengewerkt tussen de zorggroep en de ROS. Inmiddels zijn de twee organisaties echt geïntegreerd. Dat werpt zijn vruchten af. ZEL heeft de programmaraad van ROS ELO overgenomen als Adviesraad. Hierin nemen de bestuurders van de lokale organisaties, zorggroepen en coöperaties van beroepsgroepen deel. Met alle partijen aan tafel kunnen we snel schakelen. De zorggroep daarentegen had altijd een gestructureerd overleg met de beide lokale ziekenhuizen. Voor de ziekenhuizen is ZEL nu een makkelijk aanspreekpunt om de hele eerste lijn te benaderen en dat geldt ook voor andere partijen.”
Een schets van de zorg in de toekomst
Vanwege de verschillende geldstromen bestaan er nog steeds losse BV’s. Maar op de werkvloer is er geen onderscheid. “Medewerkers worden binnen het brede spectrum zo veel mogelijk ingezet op hun kracht en passie in drie beleidslijnen: consolideren, doorontwikkelen en vernieuwen. De beleidslijn vernieuwen is voornamelijk voor de chronische zorg, daar liggen nog veel uitdagingen waarvoor de antwoorden niet uitgekristalliseerd zijn. Op basis van maatschappelijke trends en landelijke beleidsontwikkelingen kan slechts een schets worden gemaakt van de zorg in de toekomst. Een blauwdruk is niet te maken”, aldus Sietske Herder. “Door met deze beleidslijn te werken, creëren we de mogelijkheid voor zorgverleners om het vanuit hun eigen praktijk écht anders te gaan doen. Zo hopen we grote stappen te maken, die passen binnen de triple aim doelstellingen.”
De keten-DBC met koptarief heeft zijn langste tijd gehad
Voor de ketenzorg wordt gewerkt met het koptarief. ZEL is in overleg met DSW, de preferente zorgverzekeraar, om te komen tot een andere manier van bekostiging van de kwaliteitsbevordering van chronische zorg. “De keten-DBC waarbij de patiënt financieel en protocollair wordt opgeknipt, heeft zijn beste tijd gehad”, is de overtuiging van Sietske Herder. “De nieuwe bekostiging moet de multidisciplinaire persoonsgerichte zorg voor alle chronisch zieken bevorderen, zodanig dat het past bij de dagelijkse praktijk van zorgverleners.”
Met persoonsgerichte zorg in de voorhoede
De ZEL kent veel aandachtspunten. “Voor de palliatieve zorg zijn we betrokken bij PaTz, de Palliatieve Thuiszorg. We hebben een ggz-platform, waar alle betrokken partijen aan meedoen. ZEL heeft een kaderarts-ggz in dienst, maar ook een ‘kader’-poh-ggz die zich met name concentreert op de ondersteuning van poh’s-Ggz, met nascholing en protocollering. Ook voor de ouderenzorg hebben een regionaal platform opgezet. We hebben via een ketenachtige bekostiging in 50 praktijken de implementatie van de module basis-ouderenzorg gerealiseerd. Ook voor persoonsgerichte zorg bekostigen we via de (koptarief-)DBC de inspanningen van het multidisciplinaire team. Landelijk gezien lopen we daarmee in de voorhoede.”
Succes met Welzijn op recept
Daarnaast treedt ZEL op de intermediair tussen huisartsen en gemeenten om te komen tot goede afspraken. “Bijvoorbeeld over communicatie en over privacy”, aldus Sietske Herder. “Dit jaar zetten we in op het verbinden van de andere eerstelijns zorgverleners en gemeenten. We hebben de afgelopen twee jaar een pilot Welzijn op Recept in Delft geleid, met een onderzoek naar het effect. De uitkomsten zijn zeer hoopgevend. Het gevoel van welbevinden is toegenomen met 49,9 procent. Deelnemers zijn tevreden over de welzijnsarrangementen en voelen zich beter en gelukkiger. Het aantal huisartsconsulten vanwege psychosociale problematiek is afgenomen met 56,5 procent. Van de deelnemers die contact hebben gehad met de welzijnscoach is 94 procent verwezen naar een activiteit en 88 procent deed na drie maanden nog steeds mee aan de activiteit. Dit project zullen we zeker vervolgen.”
Samenwerken in een matrix-structuur
“Dit is maar een kleine greep uit onze inspanningen”, vervolgt Sietske Herder. “De Zorggroep nam voor een inhoudelijke ontwikkeling tijdelijk zorgverleners in dienst, zoals kaderartsen. Zo hebben we nu een dagdeel per week een apotheker in dienst. Hij is verantwoordelijk voor het nascholingsabonnement voor de Zorggroep Eerste Lijn Apothekers (ZELA). Ook houdt hij zich bezig met het medicatieoverdracht, waar hij nauw optrekt met onze ‘ICT-poot’. Onze ICT’ers doen met alle zorgorganisaties en gemeenten onderzoek naar ICT-ondersteuning van informatie-uitwisseling.” Ze constateert: “Binnen de ZEL zijn vele onderwerpen met elkaar verweven. We zien het vaak als een matrix-structuur waarin we met elkaar werken.”
In vloedgolf staande houden
“Er zijn ongelooflijk veel aandachtspunten in de eerste lijn, eigenlijk te veel. Ik vind het knap dat eerstelijns zorgverleners zich in deze vloedgolf staande houden. Het is voor hen onmogelijk om naast de patiëntenstromen en de vele vernieuwingen ook nog eens contact te leggen met gemeenten, ziekenhuizen, zorgverzekeraar enz. Ik vind het daarom van groot belang dat ZEL praktijkgerichte ondersteuning biedt, aansluitend op het landelijk beleid, met de vertaling naar de regio.” Glimlachend: “Zo geven wij zelf handen en voeten aan het principe van persoonsgerichte zorg.”
Gerda van Beek - Foto: Debra Brown
Dit artikel is overgenomen van ZorgenZ